Wie ben ik?

Blog: Thuis


Toen ik bijna een jaar geleden mijn huidige flat aangeboden kreeg, in de zogenaamde middenhuursectie, was ik buitengewoon opgelucht. Tijdens de bezichtiging had ik maar één vraag voor de toenmalige huurders: ‘Hebben jullie geluidsoverlast van de buren?’

‘We horen nooit wat’, zeiden de mannen.

Op basis van dat antwoord besloot ik het huurcontract te tekenen . Niet omdat het een ruime flat was, goed onderhouden en in een mooie omgeving stond. Dat was fijn, maar slechts bijzaak. Ik wilde mijn buren gewoon niet meer horen, na de stressvolle jaren aan de overkant van het kanaal. Zestien jaar overlast door met drank overgoten studentenfeestjes, muzikale oorlogsvoering en alle andere geneugten die voortkomen uit een zeer gehorige woning in combinatie met bepaalde aso-buren, hadden mij overgevoelig gemaakt voor geluidsprikkels. Dat mijn nieuwe appartement ook een flinke huur vereiste, nam ik op de koop toe. Komt tijd, komt raad. Ik moest weg voordat ik volledig opgebrand zou raken.

 

Na de verhuizing kwam ik beetje bij beetje tot rust. Ik kon weer een boek lezen zonder afgeleid te worden en slapen zonder oordoppen. Mijn torenhoge stress nam langzaam af. Dat ik drie maanden later opeens huurverhoging kreeg, 100 euro extra bovenop mijn al gigantische huur, was een behoorlijke domper. Het was al strekken en meten, maar nu werd het pas echt een uitdaging om de maand door te komen met één salaris. ‘Het is tijdelijk’, zei ik tegen mezelf, ‘er komen betere tijden. Komop Carliet, je hebt in ieder geval geen last meer van lawaaierige buren.’

 

Tot augustus vorig jaar. Toen kreeg ik nieuwe bovenburen. Het getimmer en geboor liet ik, met moeite, over me heen komen. Verhuizen gaat nu eenmaal niet zonder herrie, dat snapte ik ook wel. En het zou een keer ophouden. Bottom line: het is niet opgehouden. Het is wederom feest boven mij. Mensen die ’s nachts met deuren blijven slaan, ’s ochtends vroeg gillen en schreeuwen en van wie ik overdag alle op luide toon gevoerde conversaties kan volgen. Hetzelfde eigenlijk als in mijn vorige woning. Maar nu voor ruim 400 euro meer per maand.

 

Ik ga het gevecht niet meer persoonlijk aan. Als ik mensen met een normaal verstand duidelijk moet maken dat het niet handig is om tegen 23.00 uur te gaan boren of om 3.00 uur een vloer te gaan leggen, dan heeft een gesprek geen zin. De woningbouwvereniging mag het dit keer gaan oplossen.

En ik ga weer op zoek naar een andere woning die mij wel het thuisgevoel geeft dat ik zo mis. En waar ik niet, als werkende single vrouw, de helft van mijn salaris voor hoef in te leveren.

Ik hou me aanbevolen voor elk bericht dat jullie horen over een rustige woning die vrijkomt.

En in de tussentijd blijf ik er natuurlijk op vertrouwen dat er een oplossing komt. Ik heb het plaatje van mijn droomhuis al de wolken ingestuurd. Met een hele diepe wens…

 

 


Wie ben ik?

Ik schrijf al mijn hele leven, maar debuteerde pas in 2019 met mijn eerste gedichtenbundel Overstromen. Dat was het begin van een ononderbroken schrijfexplosie.

Naast mijn werk als zorgprofessional schrijf ik romans en gedichten. Als echte boekenwurm lees ik alles wat los en vast zit, maar vooral romans, thrillers en biografieën. Ook plaats ik wekelijks een goed gelezen blog op sociale media.


Wat ik ook doe is manuscriptredactie en ghostwriting voor andere auteurs. Het afgelopen jaar heb ik aan zes andere boeken mijn bijdrage mogen leveren.


Ik ben gek op Harlingen, waar mijn vader vandaan komt, en inmiddels ook op Rotterdam; twee steden waar ik graag kom en ook veel inspiratie vandaan haal.

Op 22-12-2023 is mijn nieuwe, deels historische roman over Harlingen verschenen: De Stenen Man! Daar heb ik enorm naar uitgekeken. De eerste boekpresentatie van De Stenen Man heeft in Harlingen plaatsgevonden en dat was een feestje! En de tweede, die in de bieb op het Neude in Utrecht plaatsvond, werd ook een dag om niet te vergeten. 

Inmiddels zijn de eerste reacties op mijn boek verschenen en die zijn zonder uitzondering heel positief! Dat is het mooiste cadeau wat je als auteur kan krijgen! 






Blog: Comfortzone

 

Uit je comfortzone stappen. Het is een uitdrukking waar ik ongemakkelijk van word. Het heet niet voor niets comfortzone: de plek waar je je comfortabel voelt en waar je dus het liefst verblijft. Net zoals comfortfood: eten waar je blij van wordt, niet perse dure liflafjes in een restaurant. Voor mij hangt het samen met veiligheid en vertrouwdheid. Je weet wat je kunt verwachten, omdat je het al hebt ervaren en omdat het goed is bevallen.

Dat betekent niet dat je geen nieuwe dingen moet uitproberen. Juist die comfortzone is de ideale startplek. Zolang je maar weet dat je weer terug kunt.

 

Degenen die mijn blogs al wat langer lezen, weten dat Harlingen mijn comfortzone is. Een kwestie van DNA, waardoor ik me er thuis voel, en het feit dat ik er al zo lang en vaak kom. Ik ken de buurt, de mensen, de winkels, de taal. Ik hou van de gemoedelijkheid en de wind door mijn haren. Ik weet hoe ik er moet komen, inmiddels ook zonder routeplanner, of het nu via de Afsluitdijk of de polder is. De ontspanning kruipt bijna ongemerkt binnen als ik onderweg ben naar het noorden.

 

Dit keer trok ik mijn tijd uit voor de reis. Ik ging via de polder en mijn eerste stop was Lemmer. Ik trok mijn badkleding aan op de parkeerplaats (was leniger dan ik dacht) en dook in het heerlijk koele water van het IJsselmeer. Natuurlijk was ik een handdoek vergeten, dus terwijl ik lag op te drogen op het warme zand, raakte ik aan de praat met een aardige vrouw naast me, Annie. Na een tijdje zei ze tegen me: ‘Je vader is bij je.’

Annie bleek paragnost en auteur te zijn en er ontstond een mooi gesprek over van alles en nog wat. We namen afscheid van elkaar met een dikke knuffel en voegden elkaar toe aan de app.

Omdat het druk was op de weg, duurde het iets langer voordat ik op plaats van bestemming was. Ik stopte in Sneek, ging lekker lunchen en rondlopen en vervolgde mijn weg naar Harlingen. Het was inmiddels 17.00 uur en mijn eerste dag was omgevlogen. Deze reis kon al niet meer stuk.

 

In de drie hierop volgende dagen had ik een paar fijne familiemomentjes, ging ik naar de dierentuin, struinde ik rond in omliggende plaatsen en at ik veel ijsjes. Ik bedacht wat ik allemaal zou kunnen doen en wist ook dat het niet ging lukken in mijn beperkte tijd hier. Volgende keer maar, ook de afspraken met nichten die ik graag had willen zien. Ik sliep heerlijk, want lekker koele kamer en goed matras. Ik had geen tv en die miste ik ook niet. Ik las een boek.

 

In Sneek ontdekte ik een prachtige, grote kerk waarvan de deuren open stonden. Ik ging naar binnen en was diep onder de indruk van het interieur. De kleuren, de beelden, het glas in lood. Maar vooral: het was stil. Muisstil. Er was niemand aanwezig, behalve ik. Zachtjes liep ik door de kerk en hoorde ik alleen mijn eigen voetstappen. Het was zo bijzonder! Op een bepaald moment schoot ik zelfs vol. Ik was eventjes in een andere wereld, waar alles rustig was en troostend. Toen ik de kerk weer uit wilde lopen, zag ik een vitrinekast met Mariabeeldjes. Eentje trok direct mijn aandacht. Er stond een kastje naast met een smalle uitsnede erin en een briefje erop. ‘U kunt hier het geld in doen.’ Ik zag overigens ook een ander briefje waarop stond dat er camerabewaking aanwezig was 😉. Ik duwde geld in het kastje en haalde mijn favoriete Mariabeeldje uit de vitrine. Het voelde meteen alsof ze bij mij hoorde. Helemaal blij verliet ik de kerk, die even zijn armen voor mij had geopend.

 

Donderdagochtend vertrok ik in alle vroegte op weg naar huis. Ik maakte een tussenstop in Stavoren, wandelde rond, dronk heerlijke ijskoffie op een terras aan het water. Vervolgens kwam ik weer langs Lemmer. Zou ik? Het was zo warm… Dus weer de grote verkleedtruc in de auto en hup, het water in. Met kletsnatte kleren die in een mum van tijd droog waren, liep ik weer terug naar de auto en reed de rest van de route fileloos naar Utrecht.

 

Een comfortzone is voor iedereen anders. Voor iemand als ik is het in ieder geval niet vanzelfsprekend. Ik moet me veilig voelen. En dan pas ga ik stappen zetten. Je moet mensen niet het kanaal in gooien om te leren zwemmen. Laat ze eerst pootje baden, zodat ze wennen aan de temperatuur, de stroming en de omgeving. Vanuit die veiligheid, die comfortzone, leer je zwemmen. En dat is uiteindelijk het doel. Niet hoe snel je iets leert, maar dat je het leert. Ieder op zijn eigen tempo en op zijn eigen manier.